De gehakkelde aurelia
Zodra de zon schijnt laat deze vlinder zich zien, maar als de vlinder zich verschuilt in de klimop, is het wel goed zoeken waar de vlinder gebleven is.
Volgens Vindernet heeft de gehakkelde aurelia sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw vanuit het zuiden heel Nederland veroverd.
Kenmerken
Voorvleugellengte: 20-26 mm. De bovenkant van de vleugels heeft een oranje grondkleur met zwarte vlekken. De donkerbruine achterrand van zowel de voor- als de achtervleugel is sterk gekarteld. Op de onderkant van de achtervleugel bevindt zich een kleine witte C. Heel duidelijk te zien op de foto.
Voorkomen
Een algemene standvlinder die verspreid over het hele land voorkomt. Tot de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de soort weinig waargenomen in het noorden en westen van het land, maar sinds die tijd heeft de gehakkelde aurelia zich steeds verder uitgebreid.
Habitat
Bosranden, open plekken in het bos, parken en tuinen.
Waardplanten
Vooral grote brandnetel; ook hop, iep, ribes en wilg en in mijn tuin De klimop.
Vliegtijd en gedrag
Maart-oktober in twee elkaar overlappende generaties. De vlinders voeden zich met nectar van verschillende planten en drinken ook van plassen of mest; in het najaar zijn ze geregeld aan te treffen op rottend fruit.
Levenscyclus
Rups: begin mei-oktober. De rupsen leven op de bovenkant van de bladeren, waar ze niet opvallen omdat ze net een vogelpoepje lijken. De verpopping vindt plaats in de vegetatie, op of in de buurt van de waardplant. De soort overwintert als vlinder vlak bij de grond, bijvoorbeeld aan de onderkant van boomwortels, in een holle boom of tussen takkenbossen of afgevallen bladeren; zelden in gebouwen. De eieren worden afgezet op een bladrand van de waardplant.
Bron: Vlindernet
Tip: Vlinders moeten altijd verse brandnetels hebben. Maai een deel van de brandnetels heel kort, zodat ze weer uitgroeien tot groene, malse, stikstofrijke planten. Gevolg is dat naarmate de zomer vordert, op de jonge brandnetels de meeste rupsen zitten.