© 2012 Ann

Woeste Sluipvlieg – Tachina fera

De woeste sluipvlieg – Tachina fera

De Woeste sluipvlieg  is één van de algemeenste soorten uit de familie sluipvliegen (Tachinidae) die in de Benelux voorkomt.

Jammer, dat de grootte en de felle kleur oranje niet overkomen  op een foto.

De vlieg wordt ongeveer 9 tot 16 millimeter lang en is te herkennen aan het geel-oranje achterlijf met in het midden een brede, zwarte streep. De achterlijfspunt is lichter en tegen het borststuk is een dunnere zwarte rand aanwezig. Voor het borststuk zit een opvallend, oranjerood en glanzend ‘bultje’ wat  postscutellum wordt genoemd. De achterzijde van de kop is fijn behaard, de ogen zijn rood van kleur. Het borststuk is grijsbruin en over het hele lichaam zit een niet erg dichte maar wel lange, zwarte en borstelige beharing, een kenmerk van veel sluipvliegen. Aan de wilde beharing van deze soort is de naam te danken.

Larve

De larve leeft zoals bij alle sluipvliegen, hier is zelfs de naam aan te danken, van larven van andere insecten. Dit kan bij de sluipvliegen van alles zijn, wantsen, cicaden, rupsen of andere prooien. De larve van de woeste sluipvlieg leeft van rupsen van soorten uit verschillende vlinderfamilies. De vlieg legt de eitjes echter niet, zoals een sluipwesp, ín de rups, maar op de omliggende bladeren. Als de larve uitkomt dringt deze het lichaam van een langslopende rups binnen en eet deze van binnenuit op. Na ongeveer twee weken komt de volwassen vlieg al tevoorschijn. De imagos zijn te zien van april tot oktober en verzamelen zich langs het water of andere vochtige plaatsen aan het eind van de zomer.


Post a Comment

You must be logged in to post a comment.