De groene snuitkever – Phyllobius argentatus is een snuitkever die behoort tot de Curculionidae.
Het zeer kleine kevertje op een rozentakje.
De kever komt in Europa overal voor op loofbomen. De kever is overdag actief en vreet van de bladeren. De larven lijken veel op de maden van vliegen en leven in en van plantenstengels. De larve verpopt in de grond en in het daaropvolgende voorjaar verschijnt de kever.
De kever is 4 tot 6 mm lang en is bijna helemaal bedekt met glanzende, groene schubjes, met uitzondering van delen van de poten en de antennen. De dijbenen en de antennen zijn rood. Het lichaam is langwerpig en de kop is verlengd in een brede snuit. Op de dekschilden zijn donkere lengtegroeven aanwezig.
De naam snuitkever is afgeleid van de karakteristieke kop van het insect. De meeste soorten hebben een langwerpige kop waarbij de taster helemaal vooraan zit. In Nederland zijn 476 verschillende soorten snuitkever waargenomen. Het overgrote merendeel, 465, wordt geclassificeerd als inheems.
Verse exemplaar zijn fantastisch mooi, heldergroen gekleurd. Maar bij oudere exemplaren vervaagt dat groen tot een onbestemd grijs-blauwgroene iets.
Het moet vreselijk zijn als je deze beestjes in je huis aantreft.
Bronnen: Wikipedia – Gardensafari