Het elzenhaantje – Agelastica alni, behoort tot de familie van de Bladhaantjes (Chrysomelidae) en is een 6 tot 7 mm lang kevertje.
De kevers van het elzenhaantje overwinteren op de grond onder bladeren en afgestorven plantenresten. Van april tot juni komen ze voor op de bladeren van de els. Hierin worden ronde tot langwerpige gaten gevreten. De vrouwtjes leggen tot 900 oranje eitjes, die aan de onderkant van het blad worden afgezet. Uit de eitjes komen na 5 tot 14 dagen olijfgroene later zwart wordende keverlarven, die zich na drie weken, vanaf juli, op de grond onder afgestorven plantenresten gaan verpoppen. Na 8 tot 11 dagen komt de nieuwe generatie kevertjes uit de poppen.
Het elzenhaantje is een van de algemeenste bladkevers en komt in het hele noordelijke halfrond voor, overal waar Elzen staan. Voor zover ik weet staan er geen Elzen in de buurt, zeker een verdwaalde kever.
Herkenning
De zwarte larven met 3 paar borstpoten vreten aan het blad. Eén opperhuid blijft onaangetast (venstervreterij). De staalblauwe, metaalkleurige kever van 5 – 7 mm vreet onregelmatige gaatjes in het blad.
Natuurvriendelijke maatregel: Kevers uit de bomen schudden
Bron: Wikipedia, beeldbank