Sinds een week of twee zie ik regelmatig een soort wesp vliegen met hele lange achterpoten, die tijdens het vliegen er een beetje bijbungelen. Franse veldwesp – Polistes dominula
een wesp uit de familie der plooivleugelwespen (Vespidae).
Deze soort is van andere wespen te onderscheiden door het iets afgeplatte, slankere lichaam, meer oranje voelsprieten en een overwegend zwarte kleur met gele dwarsstrepen.
Mannetjes zijn van vrouwtjes te onderscheiden doordat ze gekromde uiteinden van de voelsprieten hebben en daarnaast hebben mannetjes groene ogen en de vrouwtjes zwarte ogen.
De Franse veldwesp wordt ongeveer 12 tot 18 millimeter lang en is het hele jaar te zien, de koningin overwintert op beschutte plaatsen in bomen maar ook wel in huizen.
Nest
Deze wesp maakt holen op beschutte plaatsen en het nest heeft geen papieren omhulsen maar is open en de wespen zijn goed te zien. De wesp jaagt voornamelijk op insecten en is niet geïnteresseerd in zoetigheid, waardoor zelden een confrontatie met mensen plaatsvindt. Wel kan deze wesp steken maar doet dat alleen bij gevaar. De nesten zijn te vinden op open plekken maar deze soort staat er met name in meer zuidelijke streken om bekend de vreemdste plaatsen uit te kiezen.
Van oorsprong komt deze wesp uit westelijk Europa,
Ondanks dat de wesp grote hoeveelheden plaaginsecten opeet, is hij minder gewenst in gebieden met bijvoorbeeld zeldzame vlindersoorten.
Levenswijze
De soort leidt een vrij onopvallend bestaan. De nesten worden in het voorjaar gesticht door een koningin die heeft overwinterd, vaak werken 2 of meer jonge (zuster)koninginnen samen aan eenzelfde nest. Uit die groep stichtsters ontwikkelt zich een rangorde en één van de dominantere vrouwtjes wordt uiteindelijk de nieuwe koningin en zal de meeste eieren produceren. De andere geïnsemineerde vrouwtjes worden gedegradeerd tot werksters. Daarna worden ook echte werksters voortgebracht die niet paren. Het nest van Polistinae heeft geen omhulsel
Het gedrag van veldwespen is daarom makkelijker te observeren dan dat van de Vespinae. De enkele, perkamentachtige raat is geconstrueerd uit plantenvezels en is met een dunne steel bevestigd aan het substraat. In het noorden wordt het nest op zeer verborgen plaatsen gebouwd, vaak onder dakgoten, tussen rots- of muurspleten en onder grote stenen, ook ondergronds. In Zuid-Europa kan het ook vrij in takken van bomen hangen.
Bron: Wikipedia