Lathyrus is een geslacht uit de vlinderbloemfamilie
Het geslacht telt 120 tot 200 soorten.
De welriekende lathyrus – (Lathyrus odoratus) en de brede lathyrus (Lathyrus latifolius) worden het vaakst aangeplant.
Bloei in juni – augustus. De zelfklimmende ranken hebben steun nodig in de vorm van een struik, boom of klimrek. De soort doet het goed in de tuin. Een humusrijke grond en een plaats in de volle zon zijn nodig.
Lathyrus latifolius – (van de foto) is een welbekende soort, die kan bogen op een lang bestaan als cultuurplant. Van nature is de plant inheems in bossen en struikgewas in Midden- en Zuid-Europa. Per steel zijn er 4 – 10 middelgrote bloemen.
Bij Lathyrus gaat het om overblijvende of eenjarige,kruidachtige klimplanten met geveerde of in ranken eindigende bladeren en meestal ook met steunbladeren. Soms modificeren de bladstelen tot organen die de fotosynthese uitvoeren (zogeheten fyllodia). De bloemen staan solitair of in trossen. Afhankelijk van de soort kunnen ze blauw, roze, violet, rood of geel van kleur zijn.
De vruchten zijn twee– of meerzadige peulvruchten met daarin afgeplatte,erwachtige zaden. Bij sommige soorten zijn de vruchten oneetbaar omdat ze gifstoffen bevatten.
De vruchten drogen in, waarna de peul in tweeën splijt en de zaden tevoorschijn komen. Sommige soorten vermenigvuldigen zich ook door middel van ondergrondse uitlopers.
Zaden:
Omdat lathyrus een harde zaadhuid heeft, is het verstandig om die eerst zacht te maken. Een kwestie van een koffiefilterzakje in een dun laagje regenwater leggen, daar de zaadjes op uitspreiden en die 12 uur laten liggen. Daarna een bakje voor tweederde met vochtige zaaigrond vullen, de zaden er in leggen en bedekken met een dun laagje zaaigrond. Besproeien met water en het bakje afdekken met een plastic zak of plasticfolie. Wegzetten bij een graad of 18 en het plastic, wanneer de zaden na een dag of tien ontkiemen, eraf halen. Echter het is mij nog nooit gelukt om uit de zaden plantjes te kweken en verder heb ik ergens gelezen dat de zaden uit ons eigen landje moeilijk kunnen kiemen. Tip -Zaai nooit de zaadjes op dezelfde plek als het jaar daarvoor.
Terwijl de bloemen van de vaste lathyrussoorten (zoals L. latifolius en L. vernus) wel tegen vorst bestand zijn en minder gevoelig zijn voor schimmels, verspreiden deze soorten geen geur en zijn in een vaas minder lang houdbaar .
L. latifolius is een klimplant die drie meter hoog kan worden. Vind je dat te lang, laat hem dan in het begin een tijdje over de grond kruipen en bind hem later pas op.
L. vernus bloeit al in april en is geen klimmer maar een keurig polletje. Wil je heel veel lathyrus, dan komt L. grandiflorus in aanmerking. Met zijn wortelstokken breidt hij zich onstuitbaar uit.
De planten worden als waardplant gebruikt door de larven van sommige soorten Lepidoptera , zoals de chi-uil (Antitype chi)en de klaverspanner (beiden op veldlathyrus en Chionodes braunella. De bloemen worden bestoven door Hymenoptera zoals bijen en hommels.
Veel bloemen knippen om zaad vorming tegen te gaan, bij zaad vorming stopt de bloei.