Oorwormen of huidvleugeligen (Dermaptera) zijn een orde van gevleugelde insecten.Er bestaan over heel de wereld 1800 soorten oorwormen. Alle oorwormen zien er ongeveer hetzelfde uit, alleen de kleuren en afmetingen kunnen enigszins verschillen. In Europa is de bekendste en meest algemene vertegenwoordiger de gewone oorworm- (Forficula auricularia).
De Nederlandse naam oor-worm is in twee opzichten onjuist; oorwormen zijn géén wormen en zijn evenmin aangepast aan een verblijf in het oor van dieren of mensen. Omdat ze dikwijls in nauwe spleten aangetroffen worden, werd wel gedacht dat ze zich in de gehooropening van mensen ophouden. Ook deden er verhalen de ronde over oorwormen die zich door het trommelvlies heen aten en eitjes legden in het brein. Een meer aannemelijke verklaring is dat de vorm van de opengespreide vliezige vleugels een gelijkenis vertoont met het menselijk oor. Oorwormen zijn echter nooit parasitair en kunnen zich niet handhaven in andere dieren.
Een oorworm kan niet steken met de aanhangsels zoals angeldragende insecten dat doen. Een ‘kneep’ van een oorworm is bij de mens wel voelbaar maar zal geen verwondingen toebrengen. De wetenschappelijke naam van de grootste groep van de oorwormen, de familie Forficulidae, verwijst naar de verharde achterlijfsaanhangsels,- furficula betekent -‘schaartje’.
Oorwormen verstoppen zich overdag en komen in de schemering en ’s nachts tevoorschijn om voedsel te zoeken. Ze zijn thigmotroop (aanrakings-minnend), wat betekent dat ze graag tussen de kleinste spleetjes kruipen zodat het lichaam helemaal door het substraat wordt omgeven.
Oorwormen zijn vrijwel allemaal alleseters, die leven van dood of levend plantaardig of dierlijk materiaal. Van sommige soorten is bekend dat ze voornamelijk planten eten of juist voornamelijk op andere dieren jagen. De meeste soorten echter hebben een menu dat bestaat uit dode en levende insecten (ook eieren en larven van insecten), algen, schimmels, mossen en plantendelen als jonge blaadjes, bloemen en vruchten.
Voor de biologische bestrijding van bladluis zijn oorwormen goed te gebruiken. De oorworm voedt zich met bladluizen, mijten, larven en eieren van insecten en andere parasieten. De oorworm is een uitermate nuttig insect voor het onder controle houden van bladluisplagen. Om oorwormen te krijgen waar je ze hebben wil, is een opgehangen omgekeerde bloempot voldoende, gevuld met stro, of met een oude kous gevuld met plantaardig afval. Nog eenvoudiger is een plank op de grond (liefst onbehandeld hout), schors, of snoeiafval. De oorworm werd in vroeger tijden als traditioneel medicijn tegen doofheid gezien. De gedroogde en gemalen oorwormen werden vermengd met hazenurine. De zo ontstane ‘oorwormolie’ diende vervolgens in het oor te worden gebracht.