Gaasvliegen – Chrysopidae, ook wel bruinoogjes of goudoogjes genoemd, zijn een familie van insecten uit de orde netvleugeligen (Neuroptera). Wereldwijd komen ongeveer 1200 (onder)soorten gaasvliegen voor.
In westelijk Europa komen meer dan 50 soorten voor, waarvan ongeveer 20 in België en Nederland. Een van de meer algemene en bekendste soorten is de groene gaasvlieg (Chrysopa carnea).
Gaasvliegen bezitten relatief grote, bolle ogen die vaak een metaalachtige glans hebben. De meeste soorten hebben een lichaamslengte van ongeveer twee centimeter en een vleugelspanwijdte van ongeveer drie centimeter. De vleugels zijn voorzien van een zeer fijnmazig netwerk van aderen, dat doet denken aan gaas en hieraan is de Nederlandstalige naam aan te danken. Alle vier de vleugels hebben dezelfde vorm en kunnen onafhankelijk van elkaar bewogen worden. Gaasvliegen zijn kwetsbaar; de vleugels zijn snel beschadigd en dan kan er niet meer naar planten gevlogen worden om te eten.
In gematigde gebieden zoals België en Nederland moet de laatste generatie de koude winters zien door te komen. Gaasvliegen overwinteren niet als ei of als larve maar als pop of volwassen insect. De gaasvlieg trekt zich terug in spleten en scheuren in bomen, maar de hoekjes en kieren van menselijke bebouwing is zeer geschikt. Gaasvliegen zijn meestal nacht-actief en worden door licht aangetrokken zodat menselijke bebouwing een grote aantrekkingskracht uitoefent op gaasvliegen.
Een opmerkelijke eigenschap van gaasvliegen is echter dat ze van kleur kunnen veranderen. Ze verkleuren als het koeler wordt en in winterslaap verandert de kleur heel langzaam naar bruin. Zo vallen ze minder op als ze tijdens de winter schuilen in spleten in boomschors, een groene kleur zou hierop afsteken. Zodra de gaasvlieg in de lente weer ontwaakt, kleurt het dier langzaam weer terug naar groen. De bruine kleur wordt veroorzaakt door een concentratie van bepaalde kleurstoffen in het lichaam van de gaasvlieg, als gevolg van de verlaagde stofwisseling.
De groene gaasvlieg is nuttig omdat deze gaasvlieg enorme hoeveelheden bladluizen eet, vooral als larve. Het imago eet voornamelijk de uitwerpselen van bladluizen (honingdauw) en pollen of stuifmeel. Vrouwtjes eten ook wel eens een luis, vooral als ze zwanger zijn en eitjes hebben. Bladluizen vormen het enige voedsel van de larven, en lijken uiterlijk erg op de larven van lieveheersbeestjes. Per imago wordt ongeveer 50 luizen per dag leeggezogen.
Gaasvliegen zijn nuttige insecten omdat ze vrijwel uitsluitend van bladluizen leven, zowel de larven als de volwassen insecten. Sommige soorten worden hierdoor wel ingezet als biologisch bestrijdingsmiddel.
Het is jammer dat de meeste gaasvliegen eindigen op de vensterbank.
Bronnen:
- Wikipedia ↑ Uhlenbroek, C. (2008/2009) Animal Life. Engeland: Dorling Kindersley Limited.